Rust nemen, slapen, ontdekken waar je energie van krijgt en weer opladen. Het meestgelezen recept voor het herstel van burn-out is gewoon zo simpel. Van sommige dingen ‘loop je leeg’, van andere dingen ‘laad je op’. Doe meer van het 2e en minder van het 1e en voilà: victory!
Als we de meeste tips, tricks en handleidingen — die we in de (online) media vinden — mogen geloven dan zit in het vinden van de juiste balans de heilige graal. Energie in versus energie uit is de gouden formule die we allemaal moeten handhaven. Maar is dit echt zo? Werkt deze invalshoek van je richten op wat je leuk vindt en je weg bewegen van wat je lastig vindt? Of zou het zo maar kunnen zijn dat juist deze benadering ervoor zorgt dat we als kippen zonder kop bezig zijn om iets te creëren wat helemaal niet blijkt te werken.
Nadat ik in de afgelopen maanden meerdere vreemde verhalen heb gehoord van nieuwe cliënten die in grote mate overeenkomen met wat ik eerder al tegenkwam, besloot ik weer opnieuw de pen in te kruipen. Tijd om te onderzoeken wat er eigenlijk klopt aan een benadering die we zo voor lief nemen en door veel hulpverleners wordt toegepast.
Mijn rust is niet jouw rust!
Als het gaat om burn-out (klachten) dan is standaard het eerste advies: rust nemen! En veel mensen zijn in eerste instantie ook naar huis gestuurd door een (huis)arts met de aanbeveling ‘rust te nemen’ en voorlopig te stoppen met werken. En ondanks dat rust een belangrijke rol speelt in herstel, is het zo dat het begrip rust een cruciale rol speelt in de soms tergend trage hersteltrajecten.
Het valt op dat de meeste mensen die alles hadden laten vallen om volledig uit te rusten en te herstellen, niet per se herstelde. Sterker nog, sommigen hadden thuis het gevoel nog verder af te glijden. Hoe is dit mogelijk? Als de arts zegt rust nemen, dan zou dat toch juist moeten werken? Het is verleidelijk om te vervagen in termen waarvan we denken te weten wat we ermee bedoelen zonder ze te specificeren. En dat doen veel mensen waar we in eerste instantie naartoe gaan voor hulp dus ook. Het advies om rust te nemen is zodoende altijd de verkeerde wanneer niet wordt uitgelegd a) wat daarmee wordt bedoeld en b) of dat hetzelfde soort rust is waar de desbetreffende cliënt behoefte aan heeft.
Een dikke 90% ervaart weinig ‘rust’ nadat ze thuis zijn komen te zitten. Voor sommigen kan het zelfs zorgen voor extra onrust. De rust die de arts heeft voorgeschreven: chillen en vooral niet werken, is heel erg vaak helemaal niet wat mensen daadwerkelijk willen of waarbij ze echt rust ervaren.
De rust die ze echt willen is ‘rust in mijn hoofd en lichaam’.
De hulpverlener schrijft ‘externe rust’ voor (werk en inspanning wegnemen) en de cliënt is op zoek naar ‘innerlijke rust’ (ongewenste gedachten en emoties verminderen). Maar dan hebben we een probleem. Want dit zorgt voor een heel andere aanpak en heeft niet per se te maken met alles laten vallen. Lichamelijke rust is belangrijk, maar hoe goed chill je thuis op het moment dat je alsnog die rust in je hoofd niet ervaart? Voor velen wordt het probleem verplaatst van de werkvloer naar thuis.
Tanken met een gat in de bodem
Hetzelfde gaat op voor opladen. De eeuwige batterij metafoor die keer op keer wordt gebruikt. Je kan je kont niet keren of iemand slingert weer een analogie in je gezicht als advies: ‘je moet dingen doen waar je energie van krijgt’, ‘een burn-out komt doordat je bent leeggelopen’, ‘we moeten weer leren opladen’.
Snappen we zelf eigenlijk wel waar we het over hebben?
De mens is geen batterij die leegloopt of oplaadt. Wél kunnen we iets doen wat ons een goed gevoel geeft en iets doen wat ons een slecht gevoel geven (emoties). En dit kan voelen alsof we meer of minder energie hebben, maar that’s it. Het probleem met de batterij metafoor is dat deze ideaal is om als waarheid te gaan zien om te snappen wat een burn-out is. Want je voelt je uitgeput, dus de batterij is leeg. Maar als je emoties geen vrij spel krijgen, dan kan je ‘opladen’ tot je een ons weegt, maar ben je continu je auto aan het tanken met een gat in de bodem. Zo snel als dat je er iets bij gooit, zo snel loopt het er ook weer uit.
Emoties en écht herstellen
De veel besproken oorzaak van al deze problemen: angst. Maar niet zo maar angst. Maar angst wat niet wordt gereguleerd. Angst wat wordt genegeerd, gerationaliseerd en weggedrukt. Dat je lijf vraagt om lichamelijk rust is wat we hierboven al even hebben beschreven en is logisch — gezien de slijtage die er op je lijf heeft plaatsgevonden. En dat is dan wat een burn-out genoemd word: de slijtage die er plaatsvindt op je lichaam (en geest), doordat het te lange tijd in een te hoge alarmstand (lees: aanhoudende angst) heeft gestaan of staat. De slijtage is het gevolg daarvan, maar dus niet het echte probleem… Het zijn de symptomen van de onderliggende oorzaak: de emotie die we niet reguleren.
De mentale rust wordt niet per se gerealiseerd bij bovengenoemde symptomatische aanpak. We kennen allemaal wel de voorbeelden van de mensen die na een lange rustfase weer langzaam re-integreren, maar binnen no-time weer eruit liggen. Een typisch voorbeeld van burn-out als symptoom behandelen (met rust), zonder dat er goed is gekeken naar waarom rust überhaupt nodig is. Zonder goed te vragen aan iemand waar er behoefte aan is. Zonder goed te onderzoeken waarom iemand bang is.
Rust nemen als oplossing voor burn-out, maakt dat je iemand uit de omgeving haalt waar angst wordt getriggert en daardoor weer ‘op kan laden’ (lees: een periode minder bang is). Probleem is dat de oorzaak van de angst niet echt is verdwenen, maar er simpelweg alleen geen confrontatie meer mee is. Her-introduceer de oorzaak of omgeving en: bam, daar gaan we weer.
Bij mensen met een burn-out wordt de comfortzone vaak flink verkleind. Angst steekt overal de kop op. Stoppen met werken, alles laten vallen en thuis zitten maakt dat iemand weer in z’n comfortzone terecht komt. Vanuit hier kan herstel beginnen wordt dan gedacht. Maar je moet ooit weer terug naar buiten die zone. En zolang je niets hebt gedaan om de grenzen van comfortzone uit te rekken, word je binnen no-time weer geconfronteerd met een flink kleinere comfortzone. Maar het is makkelijk om alleen te zeggen wat er niet klopt. Daarom ook wat tegengeluid.
Lichamelijke slijtage van een emotioneel probleem
Zodra je een burn-out niet meer ziet als een ‘werkdruk’, ‘prestatie’ of ‘energie’ probleem, maar als een normale reactie op onderdrukte emotie(s), ben je al twee stappen dichterbij de oplossing. Omdat je 1) de verantwoordelijkheid en 2) de controle terug pakt.
Bij velen is het grootste probleem niet weten hoe je met je emotie(s) om moet gaan. Een veelgehoorde uitspraak is dan ook ‘er niet mee bezig zijn heeft me veel opgeleverd’. Dus om daar verandering in te brengen vergt een persoonlijke en soms grondige aanpak op emotioneel niveau.
Zie het als een constante stroming van water. Zolang we het wateroppervlak niet af en toe tot rust brengen, zien we niet verder dan de onstuimige oppervlakte. Echter wat er zich onder de golven afspeelt is informatie over onszelf. En om het water zichtbaar te krijgen — om het wateroppervlak zichtbaar te maken — moeten we eerst even tot stilstand komen. Let wel: niet per se alles stil leggen en stoppen voor langere tijd.
Deze mate van tot stilstand komen maakt dat we in staat zijn om ‘in te checken’ met ons gevoel. En dat klinkt voor veel mensen vaak als een gigantische uitdaging en schrikt ze daarbij af. Maar het is niets meer of minder dan even met onze aandacht naar binnen te gaan. Op te merken wat er zich afspeelt onder de oppervlakte. Voel ik me blij, onrustig, angstig, verdrietig, boos, gefrustreerd? En wat speelt er op dit moment in mijn leven waar dit door komt / kan komen? En het belangrijkste daarna: wat ga ik er mee doen?
De dialoog aangaan met jezelf
En hier zit de grote ‘switch’ naar boven. Alles wat hierboven staat omschreven als medicatie voor de symptomen, zijn tegenwoordig middelen die we gebruiken om niet naar dat gevoel te hoeven gaan. Om niet geconfronteerd te hoeven worden met hoe we ons voelen en daarop te acteren. Wij zijn zo gewend geraakt dat we continu in staat zijn elke minimale vorm van onrust, verveling of verdriet te dempen of verdoven met afleiding. Of het nu is door continu bezig te zijn (druk zijn als statussymbool), door social media feeds heen te scrollen, door Netflix te bingen of nu.nl uit te spelen. Er is altijd iets te doen. In de trein, op de bank, in de file, tijdens het werk en zelfs op de fiets. Al deze dingen (social media, Netflix, druk zijn, etc) zijn niet het probleem. Ze zijn juist de oplossing die we hebben gevonden ter afleiding van wat we niet willen: we willen niet meer geconfronteerd worden met minimaal ongewenste emoties als verveling en onrust. Met als gevolg dat alles wat groter is (heftigere emoties) een nog grotere tegenreactie van onszelf ten gevolg brengt; we proberen met man en macht de gevoelens uit de weg te gaan, met alle gevolgen van dien.
'Die angst, daar moeten we niet vanaf. Daar moeten we doorheen, je moet de dialoog met jezelf aan, om vertrouwen te krijgen in het bestaan. Want dat bestaan is een volstrekt oncontroleerbaar iets'. — Welmoed Vlieger
Maar juist wanneer we in staat zijn om deze gevoelens toe te staan en ze af en toe bewust op te zoeken, leren we ze te verbinden aan de gedachten die we hebben. En begrijpen we ineens waar het gevoel vandaan komt. En dan, pas dan, kunnen we er iets mee doen en kunnen we veranderen. En of dat is omdat het hoog tijd is om onze grenzen aan te gaan geven, het gesprek aan te gaan met de persoon waar we ons niet veilig door voelen of leren om onze eigen verwachtingen waar te maken i.p.v. die van anderen; ons lichaam is er allang achter. Nu ons hoofd nog.
Bron:
Deze tekst is geïnspireerd op een blog van Pieter Wijtenburg, (burn-out)coach en trainer.
コメント